“Mama, hoe laat is het?”
“Bijna half negen”
“Oké, dan ga ik naar boven”
Met IPad onder de arm
Loopt ze de trap op
Bewonderend en glimlachend
Volgen mijn ogen haar
Ik vind het knap
Haar zelfstandigheid
Hoe ze in haar eentje
Volgens eigen planning
En met discipline
Haar schoolwerk doet
“Dat plannen heeft ze van jou”
Grap ik nog naar mijn man
Twee dagen later
Heb ik een "Corona Dip"
“Je moet ook meer naar buiten”
“Je krijgt altijd energie van buiten zijn”
“Waarom doe je dat niet?”
Zegt mijn man
Zo word ik geconfronteerd
Met mijn “plannings-allergie”
Althans, dat denk ik
Tijdens mijn wandeling
Dringt langzaam het besef door
Corona en met elkaar thuis
Werken en leven
Brengt ons terug naar onszelf
Naar wie we ten diepste zijn
Maakt oude patronen zichtbaar
Patronen die ik dacht
Te hebben doorbroken
Helaas zie ik mezelf
Snoeihard geconfronteerd
Met het tegendeel
Ik heb net als vroeger
De neiging om
Het de ander
Naar de zin te maken
Ervoor te zorgen
Dat onze dochter gemotiveerd
En vrolijk blijft
Dat mijn man “zijn ding”
Kan doen
Ongevraagd aan het redderen
Mezelf op de achtergrond zetten
Met wederzijds ongemak als resultaat
Hoe vaak gebruik ik zakelijk
Wel niet de metafoor
Van het vliegtuig
Eerst je eigen zuurstofmasker op
Dan bij je kind
En wat doe ik?
Dus ik pak mijn eigen ruimte
En mijn discipline
Ik ben weer gaan hardlopen
En zeg stop!
Tegen alle zinnen in mijn hoofd
Die zeggen dat ik nu eigenlijk
Iets anders moet doen